Aminozuren

Ons lichaam kan bepaalde aminozuren zelf aanmaken. Deze aminozuren worden ‘niet-essentieel’ genoemd. Andere aminozuren kan het lichaam niet aanmaken, deze worden ‘essentiële aminozuren’ genoemd en moeten we uit onze voeding halen. Als laatste bestaan er nog 6 semi-essentiële aminozuren. Normaal gesproken kan het lichaam deze aanmaken, alleen onder bepaalde omstandigheden zoals ziektes of aandoeningen kan het lichaam dit niet. In dat geval is aanvulling uit voeding nodig.

Functies van aminozuren

Aminozuren zijn onmisbaar in onze gezondheid. Je kunt aminozuren binnenkrijgen door eiwitrijke producten te eten of door supplementen of eiwitpoeders te gebruiken. De functies van aminozuren bestaan onder ander uit: ontwikkeling van de hersenen, hongergevoel sneller stillen, herstellen van de spieren, regelen van aanmaak rode bloedlichaampjes en bloedsuikerspiegel, ondersteunen van de opbouw van spiermassa, bescherming bieden tegen vrije radicalen (antioxidant), ondersteunen van hart- en bloedvaten, lever en bloedstelstel.

Aminozuren en krachtsporters

Bepaalde aminozuren zijn erg populair bij krachtsporters omdat ze helpen bij de opbouw van spiermassa, de spieren helpen te herstellen en te behouden. Aminozuren die veel worden gebruikt worden zijn: BCAA’s, Beta Alanine, Citrulline malate, Glutamine, L-Arginine, L-Tryptofaan, Leucine, Lysine en Taurine. Elke aminozuur is uniek en ieder beschik over eigen kenmerkende eigenschappen.

Te veel aminozuren

In principe is er voor aminozuren geen bovengrens vastgesteld. Er is geen aanwijzing dat een teveel aan eiwit (en dus aminozuren) schadelijk is voor volwassenen. Bij jongere kinderen is er wel een bovengrens vastgesteld omdat te veel eiwit bij kinderen schadelijk kan zijn voor de nieren. Voor baby’s tot 5 maanden is de bovengrens 10% van de totale energie inname. Kinderen vanaf 5 maanden tot 3 jaar oud mogen 20%.